Afbeelding
Foto: Bastiaan Miché

Burgemeester Joan de Zwart speecht regionale op Indië-herdenking in Hilversum

Algemeen

BLARICUM - "Laten we ons vooral realiseren hoe belangrijk het is ons voor vrede en vrijheid te blijven inzetten om onze menselijke waardigheid te behouden."

Deze woorden sprak burgemeester Joan de Zwart-Bloch vanmiddag tijdens de regionale Nederlands Indië-herdenking in Hilversum. De aanwezigen stonden stil bij hen die in de Jappenkampen (1943-1945), de Bersiap-periode (1945-1949) en daarna zijn omgekomen.

Hierbij de volledige speech van de burgemeester van Blaricum:

'Dames en heren, 

Namens de collega burgemeesters uit de Regio Gooi & Vechtstreek mag (ook) ik u van harte welkom heten bij deze gezamenlijke herdenking van het einde van de Japanse bezetting van Nederlands Indië nu 72 jaar geleden.

Sinds 2015 is deze herdenking een regionale herdenking geworden en na collega Broertjes van Hilversum en collega Van Vliet van Gooise Meren mag ik hier vanmiddag namens ons allen het woord voeren.

Als kind van kampkinderen komen er bij het voorbereiden van een toespraak die passend is voor een gelegenheid als deze  allerlei gedachten langs. Zoals hoe verdrietig het is dat we hier met zovelen bij elkaar zijn wiens leven getekend is door wat ze hebben moeten meemaken, of door wat hun ouders, grootouders en soms zelfs overgrootouders hebben moeten meemaken. Ervaringen die de meesten van ons zich gelukkig niet kunnen en hopelijk nooit hoeven voor te stellen, maar die door de overlevering van de verhalen en de littekens de gebeurtenissen gevormd hebben, meerdere generaties raken en daarmee toch hoe we het wenden of keren een onderdeel uitmaken van ons bestaan. 

Het is meer dan zeventig jaar geleden dat op Nederlands grondgebied in 1945 twee oorlogen eindigden. We herdenken dat op 4 mei en op 15 augustus. Nederlands Indië werd bevrijd van de Japanners en Nederland van de Duitsers.

De behoefte om te herdenken wordt - hoewel er nog maar weinig mensen zijn die deze oorlogen zelf hebben meegemaakt - met het aantal jaren dat we verder van "onze oorlogen" verwijderd raken steeds groter. En ook de wereld van oorlog en die van vrede staan voor ons in Nederland gelukkig steeds verder van elkaar, ondanks het feit dat oorlogen van over de hele wereld dagelijks via de media ons leven binnen komen. 

In die naoorlogse tijd zijn er veel overeenkomsten tussen de ervaringen die de slachtoffers van de oorlogen op beide continenten delen. 

De Nederlanders wisten in de tijd van de wederopbouw niet goed wat ze aan moesten met de verhalen van de mensen uit Nederlands Indië over hun ontberingen, ellende en verderf. Ze hadden zelf ook het nodige achter de rug na de bezetting, de hongerwinter lag nog vers in het geheugen. Het was nu vooral zaak te bouwen aan een nieuwe toekomst en vooruit te kijken, niet te blijven hangen in het verleden en vooral om niet geconfronteerd te worden met datgene wat zich eigenlijk buiten iedere normale belevingswereld had afgespeeld. Dat was eenzaam. Velen gaven het verhaal ook bewust niet aan hun kinderen door. Die moesten in hun ogen niet belast worden met de gruwelen van de oorlog. Evenmin wilden ze zelf de pijn en het verdriet nóg eens doorstaan. Veel werd daarom weggestopt. Onbedoeld werd de kinderen daarmee de kans ontnomen hen te begrijpen. Die kinderen begrepen dan ook niets van plotselinge woede-uitbarstingen, slapeloosheid of depressies bij hun ouders. Adriaan van Dis noemde dit uit eigen ervaring: “het grote zwijgen” en velen van ons hier aanwezig zullen dit ook herkennen. 

Het jaarthema van deze herdenking "Verhalen over leven” gaat juist over de onbegrensde kracht van verhalen, over de mens achter de geschiedenis. Over hoe persoonlijke verhalen van zowel overlevenden, als zij die tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië het leven lieten, doorleven in de huidige en komende generaties. Verhalen van toen zijn nu van onschatbare waarde en geven de geschiedenis een gezicht.  

Pas eind jaren '70, begin jaren '80 kwamen de verhalen langzaam los. Vreselijke, maar waardevolle verhalen, die zorgden dat wij weten wat we nu weten. Die ons keer op keer laten stilstaan bij het vele onrechtvaardige leed dat is geleden, bij de onbeantwoorde vragen waar nabestaanden - tot drie, vier generaties verder - vaak mee worstelen, maar bovenal, bij de enorme zinloosheid van oorlog en terreur.

Helaas moeten we constateren dat er in die zin niet veel is veranderd …Oorlogen, terreur, racisme, het is er allemaal nog steeds, in alle hevigheid. Verhalen móeten dus blijvend worden verteld, van generatie op generatie. In de hoop dat het ooit anders zal worden…..  Laten we ons vooral realiseren hoe belangrijk het is ons voor vrede en vrijheid te blijven inzetten om onze menselijke waardigheid te behouden. Maar laten we ons ook beseffen dat we hier wel mogen zijn, als overlevenden van gruwelijke oorlogen en dat we ondanks alles het leven ook weer door kunnen geven. En dat we daar dankbaar voor mogen zijn omdat het het mooiste en allerbeste antwoord is wat we kunnen geven op de verwoesting en ellende die oorlog met zich meebrengt.'

Uit de krant